Vertaal
Naar andere talen: • côcher > DEcôcher > ENcôcher > ES
Zie ook: cocher

Vertalingen côcher FR>NL
[kɔʃe]

1 marquer d'une croix - aankruisen

  'cocher la bonne case'
  het juiste hokje aankruisen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
cocher (ww.) aankruisen (ww.) ; aanstippen (ww.) ; aanstrepen (ww.) ; aantallen afstrepen (ww.) ; aantippen (ww.) ; merken (ww.) ; turven (ww.) ; vinken (ww.)
Cocher (m) Voerman
cocher aanvinken ; inschakelen ; koetsier ; treden ; voerman
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `côcher`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: conducteur
FR: entailler
FR: marquer
FR: marquer d'un trait