Vertaal
Naar andere talen: • négocier > DEnégocier > ENnégocier > ES
Vertalingen négocier FR>NL
[negɔsje]

1 discuter pour s'entendre sur ··· - onderhandelen over

  'négocier un salaire'
  over een salaris onderhandelen
[negɔsje]


1 discuter pour parvenir à un accord - onderhandelen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
négocier (ww.) afdingen (ww.) ; afpingelen (ww.) ; bemiddelen (ww.) ; marchanderen (ww.) ; onderhandelen (ww.) ; pingelen (ww.) ; sjacheren (ww.) ; tussenkomen (ww.) ; verhandelen (ww.) ; verkopen (ww.)
négocier onderhandelen over ; verlopen
Bronnen: interglot; Trueterm; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `négocier`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: acheter
FR: commercer
FR: composer
FR: débattre
FR: échanger
FR: traiter
FR: vendre