Vertalingen vendre FR>NL
[vɑ̃dʀ]1 donner à ··· en échange d'une somme d'argent - verkopen
'vendre ··· à ··· '
iets aan iemand verkopen
'Il me l'a vendu vingt euros.'
Hij heeft het me voor twintig euro verkocht.2 dénoncer ··· - verraden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vendre (ww.) | ten gelde maken (ww.) ; van de hand doen (ww.) ; verhandelen (ww.) ; verkopen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vendre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abandonnerFR: aliénerFR: braderFR: capitaliserFR: céderFR: classerFR: cloreFR: débarrasserFR: débiterFR: défaireUitdrukkingen en gezegdes
FR: à
vendre
NL: te koop