Vertaal
Naar andere talen: • lien > DElien > ENlien > ES
Vertalingen lien FR>NL
[ljɛ̃]

1 ce qui est utilisé pour attacher - snoer

  'desserrer le lien'
  het snoer los(ser) maken


2 relation, rapport entre des personnes - band

  'un lien de parenté'
  een familieband


3 rapport entre des choses - verband

  'Il n'y a aucun lien entre ces deux faits.'
  Er is geen enkel verband tussen die twee feiten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
lien (m) de correlatie (v) ; het verbond ; de verbinding (v) ; het verband ; sluitband (znw.) ; de schakel ; de samenhang (m) ; de relatie (v) ; onderling verband (znw.) ; de link (m) ; de liaison ; de koppeling (v) ; de connectie (v) ; het bondgenootschap ; de bond (m) ; de band (m) ; de alliantie (v) ; de aansluiting (v)
le lienhet verbindingsstuk
lien koppeling ; verbinding ; rijglijn ; milt ; koppelteken
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `lien`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: aiguillette
FR: attache
FR: bride
FR: chaîne
FR: ciment
FR: corde
FR: cordon
FR: entrave
FR: ficelle
FR: fil

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: lien conjugal NL: huwelijksband