Vertalingen diminuer FR>NL
[diminɥe]1 rendre plus petit - (ver)minderen
'diminuer sa vitesse'
snelheid minderen
'diminuer ses dépenses'
zijn uitgaven verminderen2 rendre plus faible - doen afnemen
'diminuer la douleur'
de pijn doen afnemen[diminɥe]1 devenir plus petit, plus faible - verminderen
'Le niveau de l'eau diminue.'
Het waterpeil daalt.
'Ses forces diminuent.'
Zijn krachten nemen af.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
diminuer (ww.) | teruggaan (ww.) ; minder maken (ww.) ; minder worden (ww.) ; minderen (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; reduceren (ww.) ; slijten (ww.) ; slinken (ww.) ; smelten (ww.) ; tanen (ww.) ; terugdeinzen (ww.) ; met mate gebruiken (ww.) ; terugschrikken (ww.) ; terugwijken (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; verkleinen (ww.) ; verkorten (ww.) ; verlagen (ww.) ; verminderen (ww.) ; verslijten (ww.) ; vervallen (ww.) ; zakken (ww.) ; matigen (ww.) ; achteruitdeinzen (ww.) ; achteruitgaan (ww.) ; afnemen (ww.) ; bekorten (ww.) ; beperken (ww.) ; besparen (ww.) ; bezuinigen (ww.) ; dalen (ww.) ; declineren (ww.) ; inkorten (ww.) ; inkrimpen (ww.) ; inperken (ww.) ; kelderen (ww.) ; kleiner maken (ww.) ; kleiner worden (ww.) ; korter maken (ww.) ; krimpen (ww.) |
diminuer | decrement ; omlaag gaan ; looninlevering ; inlevering,inleveren |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `diminuer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abrégerFR: affaiblirFR: allégerFR: amoindrirFR: amortirFR: atténuerFR: comprimerFR: couperFR: déprécierFR: écourterUitdrukkingen en gezegdes
FR: les jours diminuent
NL: de dagen worden korterFR: diminuer de prix
NL: in prijs dalen