Vertaal
Naar andere talen: • écourter > DEécourter > ENécourter > ES
Vertalingen écourter FR>NL
[ekuʀte]

1 arrêter avant la fin - korter maken

  'écourter des vacances'
  vakantie bekorten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
écourter (ww.) afkorten (ww.) ; beknotten (ww.) ; bekorten (ww.) ; inkorten (ww.) ; knotten (ww.) ; korter maken (ww.) ; kortwieken (ww.) ; minder maken (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; verkorten (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `écourter`
Voorbeeldzinnen laden....