Vertaal
Naar andere talen: • converser > DEconverser > ENconverser > ES
Vertalingen converser FR>NL
converser (ww.) converseren (ww.) ; praten (ww.) ; spreken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `converser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: bavarder
FR: causer
FR: chuchoter
FR: conférer
FR: dialoguer
FR: diviser
FR: entretenir
FR: parler