Vertaal
Naar andere talen: • diviser > DEdiviser > ENdiviser > ES
Vertalingen diviser FR>NL
[divize]

1 séparer ··· en plusieurs parties - (ver)delen

  'diviser un gâteau en quatre'
  een taart in vieren delen


2 ne pas mettre les gens d'accord - tweedracht zaaien tussen

  'diviser l'opinion publique'
  de publieke opinie verdelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
diviser (ww.) delen (ww.) ; distribueren (ww.) ; doorknippen (ww.) ; doorsnijden (ww.) ; opdelen (ww.) ; opsplitsen (ww.) ; ronddelen (ww.) ; rondgeven (ww.) ; rondreiken (ww.) ; splitsen (ww.) ; uitdelen (ww.) ; uitreiken (ww.) ; verdelen (ww.)
diviser indelen
Bronnen: Europakinderhulp; interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `diviser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: brouiller
FR: compartimenter
FR: découper
FR: désagréger
FR: désunir
FR: détailler
FR: dissocier
FR: fractionner
FR: morceler
FR: opposer