Zie ook:
activitéVertalingen activite FR>NL
[aktivite]1 ensemble d'actions ou d'occupations - activiteit
'pratiquer une activité sportive'
een sport beoefenen
'une activité professionnelle'
een beroep(sbezigheid)
être en activité
(= exercer un emploi) - in actieve dienst zijn2 volcan en activité
volcan qui peut rejeter des matières - werkzame vulkaan3 énergie - activiteit - bedrijvigheid
'faire preuve d'une grande activité'
een grote activiteit aan de dag leggen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
activité (v) | de actief (v) ; de verrichting (v) ; veel mensen (znw.) ; de roerigheid (v) ; grote menigte (znw.) ; de functionaliteit (v) ; het beroep ; de bedrijvigheid (v) ; de arbeidzaamheid (v) ; de arbeid (m) ; de activiteit (v) |
la activité | werkzaamheid ; taak ; de business ; bedrijf ; de aktiviteit (v) |
activité | actieve dienst ; werkzaamheid ; potentie ; ondernemersactiviteit ; activiteit |
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `activite`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: allantFR: animationFR: ardeurFR: diligenceFR: emploiFR: empressementFR: entrainFR: exerciceFR: fonctionFR: jobUitdrukkingen en gezegdes
FR: soldat etc. en
activité
NL: in werkelijke dienst