Vertalingen entrain FR>NL
entrain (m) | de lichtzinnigheid (v) ; de zin (m) ; de vrolijkheid (v) ; vastberadenheid ; de uitgelatenheid (v) ; de oppervlakkigheid (v) ; de ondiepte (v) ; moed ; de lustigheid (v) ; levendigheid ; de interesse (v) ; hupsheid (znw.) ; de geboeidheid (v) ; de frivoliteit (v) ; de fascinatie (v) ; de belangstelling (v) ; de animo (m) |
le entrain | enthousiasme |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `entrain`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: humeur joyeuseUitdrukkingen en gezegdes
FR: sans
entrain
NL: lusteloos