Vertalingen travail FR>NL
[tʀavaj] [mv: travaux]1 activité humaine pour produire ··· - werk - arbeid
'travail manuel'
handenarbeid2 ce que l'on doit faire pour obtenir ··· - werk
'avoir beaucoup de travail'
veel werk hebben3 manière dont une tâche est accomplie - werk
'C'est du bon travail.'
Dat is goed werk.4 activité professionnelle - werk
'chercher du travail'
werk zoeken
'aller au travail'
naar zijn werk gaan5 ensemble des activités professionnelles - werk - arbeid
'le marché du travail'
de arbeidsmarkt6 les travaux
ensemble d'opérations matérielles - de werkzaamheden
'faire des travaux'
werkzaamheden verrichten
'les travaux publics'
de openbare werken
'les travaux ménagers'
het huishoudelijk werk7 accouchement - barensnood
'Le travail a commencé.'
De weeën zijn begonnen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
travail (m) | loonwerk (znw.) ; de arbeid (m) ; de arbeidsplaats ; de baan (m) ; de hoefstal (m) ; de job (v) ; de karwei ; het kunstwerk ; de loonarbeid (m) ; het meesterwerk ; het oeuvre ; de taak (v) ; de verhandeling (v) ; verzamelde werken (znw.) ; het werk ; het werkstuk |
le travail | de werkzaamheid ; werkzaamheden ; het bewerken ; de bewerking ; het metaalbewerkingsresultaat ; tewerkstelling ; verwerken ; verwerking ; het werken ; werking |
travail | arbeid ; werk ; signaaltoestand 1 ; rust ; markeerimpuls ; karwei ; doorroeren ; bewerking |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wikipedia; Trueterm; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `travail`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: actionFR: activitéFR: apprentissageFR: besogneFR: chargeFR: corvéeFR: élaborationFR: emploiFR: énergieFR: entraînementUitdrukkingen en gezegdes
FR: homme de
travail
NL: werkerFR: maison de
travail
NL: werkinrichtingFR: travaux forcés
NL: dwangarbeidFR: sans
travail
NL: werkeloos, werkelozeFR: travail à la pièce
NL: stukwerkFR: travail à prix fait
NL: aangenomen werkFR: travaux d'approche
NL: voorbereidende werkzaamheden