Vertaal
Naar andere talen: • provoquer > DEprovoquer > ENprovoquer > ES
Vertalingen provoquer FR>NL
[pʀɔvɔke]

1 pousser ··· à réagir - aanzetten

  'provoquer ··· en duel'
  iemand tot een duel uitdagen


2 exciter le désir de ··· - (de zinnen) prikkelen (van)

  'provoquer un homme'
  een man prikkelen


3 déclencher, causer ··· - veroorzaken

  'provoquer la colère de ··· '
  iemand woede opwekken

  'Le feu a été provoqué par un court-circuit.'
  De brand is veroorzaakt door kortsluiting.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
provoquer (ww.) instigeren (ww.) ; verwekken (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; uitlokken (ww.) ; uitdagen (ww.) ; teweegbrengen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; provoceren (ww.) ; ophitsen (ww.) ; ontlokken (ww.) ; animeren (ww.) ; aanzetten tot (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanstichten (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanrichten (ww.) ; aanleiding geven tot (ww.) ; aandoen (ww.)
provoquer opleveren ; zorgen voor
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `provoquer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: attaquer
FR: braver
FR: créer
FR: déclencher
FR: encourager
FR: exciter
FR: inciter
FR: inciter a
FR: occasionner