[kə]

1 désigne ··· ou ··· - die - dat - welke

  'As-tu lu le livre que je t'ai prêté ?'
  Heb je het boek gelezen dat ik je geleend heb?

  'la femme qu'il a épousée'
  de vrouw met wie hij getrouwd is

"que" devient "qu'" devant une voyelle ou un "h" muet

2 pour poser une question - wat

  'Que veux-tu faire ?'
  Wat wil je doen?

  'Qu'est-ce que vous faites là ?'
  Wat doen jullie daar?[kə]

1 introduit une proposition - dat

  'Je pense qu'il a raison.'
  Ik denk dat hij gelijk heeft.

"que" devient "qu'" devant une voyelle ou un "h" muet

2 dans une comparaison - dan - als

  'Il est plus grand que son frère.'
  Hij is groter dan zijn broer.

  'Je suis aussi déçu que toi.'
  Ik ben even teleurgesteld als jij.

3 dans une question

ne se traduit pas

  'Est-ce que je peux venir ?'
  Kan ik komen?

4 introduit un ordre, un souhait - dat

  'Qu'il arrête !'
  Laat hij ophouden!

5 seulement

avec "ne"

slechts - (alleen) maar

  'Il ne viendra que ce soir.'
  Hij komt alleen maar vanavond.[kə]

1 comme - wat

  'Qu'il est beau !'
  Wat is hij mooi!
© K Dictionaries Ltd.

que	alleen ; als ; daar ; dan ; dat ; die ; of ; slechts ; wat

Bronnen: ICT-Woordenboek; Wikipedia; interglot




FR: ou

FR: advienne que pourra NL: er moge gebeuren wat er wil
FR: ce que NL: wat, hetgeen
FR: ne ... que NL: slechts, pas
FR: qu'il parte tout de suite ! NL: hij moet onmiddellijk vertrekken
FR: que je meure, si ... NL: ik moge sterven, als ...
FR: venez ici que je te voie mieux NL: kom hier, opdat ik je beter kan zien
FR: qu'il appelle, tout le monde accourt NL: als hij roept, komt iedereen aanrennen
FR: ne sortez pas que je ne sois de retour NL: ga niet uit, voor ik terug ben
FR: quand on est intelligent et qu'on a de l'énergie, on peut aller loin NL: wanneer men een goed verstand heeft en energiek is, kan men het ver brengen
FR: c'est un beau pays que la France NL: Frankrijk is een mooi land
FR: je dis que non NL: ik zeg neen
FR: qu'est-ce que la vie? NL: wat is het leven?
FR: que n'êtes-vous venu à  temps? NL: waarom bent u niet op tijd gekomen?
FR: que de monde! NL: wat een mensen!
FR: que je suis heureux! NL: wat ben ik blij!