Vertalingen attaquer FR>NL
[atake]1 commencer un combat - aanvallen
'attaquer un pays'
een land aanvallen2 agresser - overvallen
'attaquer ··· '
iemand overvallen3 critiquer violemment, accuser - aanvallen4 accuser devant un tribunal - dagen
'attaquer ··· en justice'
iemand een proces aandoen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
attaquer (ww.) | bestormen (ww.) ; vrouw aanranden (ww.) ; toeslaan (ww.) ; overvallen (ww.) ; ontwijden (ww.) ; onteren (ww.) ; onderhanden nemen (ww.) ; grijpen (ww.) ; betwisten (ww.) ; bestrijden (ww.) ; belegeren (ww.) ; attaqueren (ww.) ; aanvechten (ww.) ; aanvallen (ww.) ; aanranden (ww.) ; aanpakken (ww.) |
attaquer | aandrijven ; drijven ; aantasten |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `attaquer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agresserFR: agresser une femmeFR: assaillirFR: assignerFR: calomnierFR: chargerFR: cognerFR: commérerFR: corroderFR: critiquerUitdrukkingen en gezegdes
FR: attaquer quelqu'un. en justice
NL: iemand voor het gerecht dagen