Vertaal
Naar andere talen: • pour > DEpour > ENpour > ES
Vertalingen pour FR>NL
[puʀ]

1 destiné à, en faveur de - voor

  'une lettre pour ··· '
  een brief voor iemand

  'un livre pour enfants'
  een kinderboek

  'être mauvais pour la santé'
  slecht zijn voor de gezondheid

  'voter pour ··· '
  voor iemand stemmen

  être pour ··· , ···
   (= être favorable à ··· , ··· ) - voor iets, iemand zijn

  'Je suis pour ce candidat.'
  Ik ben voor deze kandidaat.

  'Il est pour.'
  Hij is voor.


2 comme - als

  'avoir pour ami'
  als vriend hebben

  'prendre ··· pour un idiot'
  iemand voor een idioot houden


3 à la place de - voor

  'signer un papier pour ··· '
  een document ondertekenen voor iemand


4 par rapport à, concernant - voor

  'enfant grand pour son âge'
  groot kind voor zijn leeftijd


5 vers, en direction de - naar

  'partir pour Paris'
  naar Parijs vertrekken


6 pendant - voor

  'partir pour les vacances'
  op vakantie gaan


7 à cause de - voor

  'être puni pour ses crimes'
  gestraft worden voor zijn misdaden

  'remercier ··· pour ··· '
  iemand bedanken voor iets


8 en échange de - voor

  'acheter ··· pour 50 euros'
  iets kopen voor 50 euro


9 afin de


avec l'inf.

om te

  'tout faire pour réussir'
  alles doen om te slagen

  pour que
   (= afin que)


avec le subj.

opdat

  'J'ai tout fait pour qu'il vienne.'
  Ik heb alles gedaan opdat hij komt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pour via ; ten gunste van ; te ; pro ; om zo te zeggen ; bij wijze van ; bij ; behoeve ; bedoeld als ; van ; wegens ; wat staat voor ; voor ; volgens ; aan ; uit ; ter ; ten einde ; ten behoeve van ; tegen ; over ; op het gebied van ; om ; naar ; met ; in ; als
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Trueterm; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `pour`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: afin
FR: aussi
FR: aux environs de
FR: comme
FR: contre
FR: de
FR: moyennant
FR: par
FR: parce que
FR: pendant

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: pour lors NL: toen
FR: pour que (met subj.) NL: opdat
FR: pour peu que (met subj.) NL: hoe weinig ook, zo... al, als maar
FR: le pour et le contre NL: het voor en het tegen