Vertalingen produire FR>NL
[pʀɔdɥiʀ]1 causer, provoquer ··· - veroorzaken
'produire une vague de protestation'
een protestgolf veroorzaken
'produire une bonne impression'
een goede indruk maken2 créer, fabriquer un bien - produceren
'une entreprise qui produit des pneus'
een onderneming die banden produceert3 fournir naturellement - voortbrengen
'un pommier qui produit peu de fruits'
een appelboom die weinig vruchten voortbrengt4 rapporter - opbrengen
'un capital qui produit des intérêts'
een kapitaal dat rente draagt5 financer un film, un spectacle, une émission - produc(er)en
'produire un film'
een film produc(er)en6 montrer, fournir un document - voorleggen
'produire un extrait de casier judiciaire'
een uittreksel uit het strafregister voorleggen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
produire (ww.) | ophoesten (ww.) ; voortbrengen (ww.) ; voor de dag komen met (ww.) ; verwekken (ww.) ; vervaardigen (ww.) ; verbouwen (ww.) ; ter wereld brengen (ww.) ; telen (ww.) ; produceren (ww.) ; procreëren (ww.) ; presteren (ww.) ; planten (ww.) ; opleveren (ww.) ; opkweken (ww.) ; opbrengen (ww.) ; maken (ww.) ; kweken (ww.) ; genereren (ww.) ; fokken (ww.) ; fabriceren (ww.) ; een prestatie leveren (ww.) ; bevallen (ww.) ; baren (ww.) ; aanplanten (ww.) ; aankweken (ww.) |
produire | leveren ; overleggen (van documenten) |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `produire`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: constituerFR: créerFR: cultiverFR: déposerFR: écrireFR: engendrerFR: exhiberFR: exhumerFR: fabriquerFR: façonner