Vertalingen placer FR>NL
[plase]1 mettre à un endroit, dans une situation, une position - plaatsen
'placer ··· à table'
iemand een plaats aan tafel geven
'placer les spectateurs'
de toeschouwers een plaats geven
'placer ··· sur la table'
iets op tafel zetten2 dire, pendant une conversation - plaatsen - zeggen
'ne pas pouvoir placer un mot'
geen woord kunnen zeggen3 employer de l'argent de manière à ce qu'il rapporte - beleggen
'placer ses économies'
zijn spaargeld beleggen4 placer ···
trouver un emploi à ··· - iemand tewerkstellen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
placer (ww.) | neerzetten (ww.) ; zetten (ww.) ; wegleggen (ww.) ; stellen (ww.) ; stationeren (ww.) ; poten (ww.) ; posteren (ww.) ; posten (ww.) ; plaatsen (ww.) ; plaats toekennen (ww.) ; opslaan (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; neerleggen (ww.) ; leggen (ww.) ; investeren (ww.) ; doen (ww.) ; deponeren (ww.) ; bijzetten (ww.) ; bewaren (ww.) ; aardappelen poten (ww.) |
placer (ww) | beleggen (ww) |
placer | inbrengen ; investeren |
Bronnen: interglot; Wikipedia; www.onlinebeleggen.nl/; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `placer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agencerFR: ajusterFR: apposerFR: arrangerFR: caserFR: chargerFR: classerFR: collerFR: déposerFR: disposer