Vertaal
Naar andere talen: • gêner > DEgêner > ENgêner > ES
Vertalingen gêner FR>NL
[ʒene]

1 créer un malaise physique - hinderen - overlast bezorgen

  'La fumée de cigarette me gêne.'
  Sigarettenrook hindert me.


2 déranger ··· dans ses activités - lastig vallen - storen

  'Tu peux rester, tu ne me gênes pas.'
  Je kunt hier blijven, je stoort me niet.


3 créer un trouble - generen - storen

  'Son attitude me gêne.'
  Zijn/haar houding geneert me.


4 rendre le déplacement difficile - hinderen - belemmeren

  'Le neige gêne la circulation.'
  De sneeuw hindert/belemmert het verkeer.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gêner (ww.) dwarszitten (ww.) ; ergeren (ww.) ; generen (ww.) ; in verlegenheid brengen (ww.) ; lastigvallen (ww.) ; schamen (ww.) ; storen (ww.) ; teisteren (ww.) ; verlegen maken (ww.) ; verstoren (ww.) ; vertoornen (ww.) ; vervelen (ww.)
gêner hinderen
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `gêner`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: contraindre
FR: contrarier
FR: déranger
FR: désavantager
FR: embarrasser
FR: empêcher
FR: encombrer
FR: entraver
FR: handicaper
FR: importuner