Vertalingen contrarier FR>NL
[kɔ̃tʀaʀje]1 s'opposer à - tegenwerken
'contrarier les projets de ··· '
iemands plannen dwarsbomen2 causer du souci à ··· - zorgen baren
'Cette lettre l'a contrarié.'
Die brief heeft hem verontrust.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
contrarier (ww.) | chicaneren (ww.) ; doen mislukken (ww.) ; dwarsbomen (ww.) ; dwarsliggen (ww.) ; dwarszitten (ww.) ; een stokje steken voor (ww.) ; kleinzielig gedragen (ww.) ; op zijn hart hebben (ww.) ; tegengaan (ww.) ; tegenstreven (ww.) ; tegenwerken (ww.) ; verijdelen (ww.) ; weerstreven (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `contrarier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agacerFR: chagrinerFR: chicanerFR: combattreFR: contrecarrerFR: contredireFR: dérangerFR: embêterFR: empêcherFR: fâcherUitdrukkingen en gezegdes
FR: voilà qui me contrarie
NL: dat vind ik vervelendFR: avoir l'air contrarié
NL: zuur kijkenFR: contrarier des couleurs
NL: contrasterende kleuren tegenover elkaar zetten