Vertalingen fin FR>NL
[fɛ̃]1 moment ou endroit où ··· se termine - eind(e)
'à la fin du mois'
aan het eind(e) van de maand
'lire un livre jusqu'à la fin'
een boek uitlezen
'partir fin juin'
eind juni weggaan2 arrêt de ··· - einde
'la fin d'une histoire d'amour'
het einde van een liefdesgeschiedenis
mettre fin à ···
(= arrêter, faire cesser ··· ) - een eind(e) maken aan
'mettre fin à la violence'
een eind(e) maken aan het geweld
sans fin
(= sans cesse) - eindeloos
'parler sans fin'
eindeloos kletsen3 ce que l'on veut faire - doel
'parvenir à ses fins'
zijn doel bereiken[fɛ̃]1 très petit, très mince - fijn - dun
'du sable fin'
fijn zand
'des cheveux fins'
dun haar
'une pointe fine'
een dunne/fijne punt2 délicat - fijn
'avoir les traits fins'
fijne trekken hebben3 très sensible - fijn
'avoir l'oreille fine'
een fijn/scherp gehoor hebben4 intelligent - slim
'une remarque fine'
een slimme opmerking5 de très grande qualité - fijn - kwaliteits-
'des vins fins'
kwaliteitswijnen[fɛ̃]1 en petits morceaux - fijn
'couper fin'
fijnsnijden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fin (znw.) | het sluitstuk ; het eindpunt ; het end ; de finale ; de finishlijn ; de ontknoping (v) ; het slot ; de slotbeschouwing (v) ; het slotstuk ; de sluiting (v) |
fin (ww.) | uitscheiden (ww.) ; staken (ww.) ; ophouden (ww.) ; kappen (ww.) ; eindigen (ww.) ; afhaken (ww.) |
fin (v) | de eindstreep (v) ; de beëindiging (v) ; de conclusie (v) ; het einde ; de finish (m) ; de meet (v) ; het uiteinde |
la fin | het eind ; doeleind |
fin | sierlijk ; schrander ; slank ; slim ; slinks ; sluw ; snedig ; snibbig ; subtiel ; teerbesnaard ; teergevoelig ; tenger ; uitgeslapen ; vinnig ; vlijmend ; fel ; geslepen ; geraffineerd ; gehaaid ; fijnzinnig ; fijngevoelig ; fijngebouwd ; fijn van smaak ; fijn ; scherpzinnig ; elegant ; dun ; doortrapt ; delicaat ; bijdehand ; arglistig ; adrem ; gewiekst ; scherp ; rank ; raak ; pinnig ; listig ; link ; lichtgebouwd ; leep ; laatste opvoering ; kwetsend ; krenkend ; hanig ; grievend ; gracieus ; gevat ; blank ; vrijgeven ; verfijnd ; gelouterd ; fijngebouwd ; END (Afkorting) |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `fin`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: aboutissementFR: acéréFR: aiguFR: aminciFR: beauFR: boutFR: butFR: conclusionFR: délicatFR: dénouementUitdrukkingen en gezegdes
FR: à la
fin
NL: eindelijk, ten slotteFR: en
fin de compte
NL: per slot van rekeningFR: la
fin couronne l'oeuvre
NL: (spr.w) eind goed, al goedFR: faire une
fin
NL: zijn leven veranderen, een geregeld leven gaan leiden, gaan trouwenFR: faire une bonne
fin
NL: goed afstervenFR: fin juin
NL: ultimo juniFR: fins de série
NL: restantenFR: mener à bonne
fin
NL: afmakenFR: mettre
fin à
NL: een eind maken aanFR: prendre
fin
NL: eindigenFR: tirer à sa
fin
NL: ten einde lopenFR: toucher à sa
fin
NL: op sterven liggenFR: arriver, en venir à ses
fins
NL: zijn doel bereikenFR: à cette
fin
NL: daaromFR: la
fin justifie les moyens
NL: het doel heiligt de middelenFR: les
fins dernières, les quatre
fins de l'homme
NL: de vier uiterstenFR: le
fin du
fin
NL: het allerfijnste