Vertalingen blesser FR>NL
[blese]1 (ver)wonden
'blesser grièvement ··· ' iemand ernstig verwonden 2 kwetsen
'Elle l'a blessé dans son amour-propre.' Zij heeft hem gekwetst in zijn eigenliefde. © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
blesser (ww.) | schaden (ww.) ; martelen (ww.) ; nadeel berokkenen (ww.) ; nadeel toebrengen (ww.) ; pijn bezorgen (ww.) ; pijn doen (ww.) ; pijnigen (ww.) ; schade berokkenen (ww.) ; schade toebrengen aan (ww.) ; kwetsen (ww.) ; smaden (ww.) ; toetakelen (ww.) ; verwonden (ww.) ; zeer doen (ww.) ; zich bezeren (ww.) ; zich pijn doen (ww.) ; zich verwonden (ww.) ; duperen (ww.) ; aanvreten (ww.) ; bederven (ww.) ; belasteren (ww.) ; benadelen (ww.) ; beschadigen (ww.) ; bezeren (ww.) ; blesseren (ww.) ; deren (ww.) ; aantasten (ww.) ; folteren (ww.) ; grieven (ww.) ; in elkaar slaan (ww.) ; knauwen (ww.) ; krenken (ww.) ; kwaadspreken (ww.) ; kwellen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `blesser`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abîmerFR: amocherFR: atteindreFR: casserFR: choquerFR: contrarierFR: contusionnerFR: déchirerFR: écharperFR: écorcher