Vertalingen appel FR>NL
[apɛl]1 cri pour faire venir ··· - roep
'un appel au secours'
een hulpgeroep2 action de téléphoner - telefoontje
'recevoir un appel'
een telefoontje krijgen3 faire appel à ···
demander de l'aide à ··· - een beroep op iemand doen4 action de demander à ··· de venir - oproep
'répondre à l'appel'
aan de oproep gehoor geven5 fait de vérifier que tout le monde est présent - appel
'faire l'appel'
het appel afnemen6 demande de révision d'une décision de justice - beroep
'faire appel'
in beroep gaan© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
appel (ww.) | in hoger beroep gaan (ww.) ; in beroep gaan (ww.) |
appel (m) | het geschreeuw ; het geroep ; de inroeping (v) ; de lokroep (m) ; loktoon (znw.) ; de naamafroeping (v) ; de oproep (m) ; de oproeping (v) ; het pleidooi ; de roep (m) ; de roepstem ; de smeekbede (v) ; het telefoongesprek ; het wegroepen ; de wekroep (m) ; het bericht ; de bekendmaking (v) ; het appel |
le appel | het gesprek ; de call ; het beroep |
APPEL (Afkorting) | BPVO (Afkorting) |
appel | afvragen ; aantrekking ; bellen ; beroep ; hoger beroep ; openen van verbinding ; ophalen ; oproep ; oproepen ; verbinding |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Horecagids; ICT-Woordenboek; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `appel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: annoncéFR: aspirationFR: assignationFR: avertissementFR: banFR: citationFR: convocationFR: criFR: demandeFR: évocationUitdrukkingen en gezegdes
FR: appel téléphonique
NL: telefoonoproepFR: sonner l'
appel
NL: appel blazenFR: l'
appel de la classe
NL: het oproepen der lichtingFR: faire
appel à
NL: een beroep doen op