Vertaal
Naar andere talen: • voltear > DEvoltear > ENvoltear > FR
Vertalingen voltear ES>NL

I voltear

werkw.
Uitspraak:  [bol'teaɾ]

1) hacer que una persona o cosa dé vueltas en el aire - ronddraaien
El cocinero volteaba una tortilla en su sartén. - De kok draaide een omelet rond in de pan.

2) derribar a una persona, animal o cosa de manera violenta - omverwerpen
El asaltante lo volteó de un puñetazo. - De overvaller sloeg hem met een vuistslag omver.

3) inclinar un recipiente de manera que pierda su contenido - omgooien
Volteó su bebida en el suelo cuando se le cayó la copa. - Hij gooide zijn drankje op de grond toen hij het glas liet vallen.


II voltear

werkw.

dar una persona vueltas o volteretas - salto´s maken
Los acróbatas voltean desafiando la gravedad. - De acrobaten maken salto´s tegen de zwaartekracht in.


III voltearse

werkw.
Uitspraak:  [bol'teaɾse]

girar una persona en señal de atención - zich omdraaien
Se volteó para ver quien subía las escaleras detrás de él. - Hij draaide zich om om te zien wie er achter hem de trap op ging.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
voltear (ww.) dompen (ww.) ; flikkeren (ww.) ; kantelen (ww.) ; kelderen (ww.) ; kiepen (ww.) ; kieperen (ww.) ; omklappen (ww.) ; omrollen (ww.) ; omvallen (ww.) ; omver kiepen (ww.) ; omvervallen (ww.) ; omwentelen (ww.) ; tuimelen (ww.) ; vallen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `voltear`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: caer
ES: caerse de hocico
ES: caerse rodando
ES: dar vueltas
ES: derribar
ES: derrumbarse
ES: Fallar
ES: girar
ES: malograrse
ES: resbalarse