Vertalingen volcar ES>NL
I volcar
werkw.
inclinar un recipiente de manera que pierda su contenido -
omgooien El niño volcó el vaso y se cayó toda la leche. - Het kind gooide het glas om en morste alle melk. |
II volcar
werkw.
inclinarse un vehículo hasta quedar de lado o dar una vuelta sobre sí mismo -
kantelen El camión se salió de la ruta y volcó. - De vrachtwagen raakte van de weg af en sloeg om. |
III volcar
werkw.
esforzarse una persona en conseguir algo para beneficio de otro -
zich uitsloven Se volcó en la educación de sus hijos. - Hij sloofde zich uit voor de opvoeding van zijn kinderen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
volcar (ww.) | kieperen (ww.) ; vallen (ww.) ; tuimelen (ww.) ; overkop gaan (ww.) ; overkiepen (ww.) ; omverrukken (ww.) ; omver kiepen (ww.) ; omvallen (ww.) ; omklappen (ww.) ; omkantelen (ww.) ; kiepen (ww.) ; kelderen (ww.) ; kapseizen (ww.) ; kantelen (ww.) ; flikkeren (ww.) ; dompen (ww.) |
volcar | graan doen legeren ; omslaan ; kapseizett |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `volcar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: caerES: caerse de hocicoES: dar vueltasES: derramarES: derribarES: derrumbarES: derrumbarseES: desparramarES: dispersarES: esparcir