Vertalingen dispersar ES>NL
I dispersar
werkw.
1) desunir o separar cosas o personas -
uiteendrijven La policía tiene que dispersar a esa muchedumbre si no quiere problemas. - De politie moet die menigte uiteendrijven als het geen problemen wil krijgen. |
2) hacer que algo sea menos claro o nítido -
doen vervagen El camino por momentos se dispersaba por la niebla. - De weg vervaagde zich af en toe vanwege de mist. |
3) distraer la atención -
afleiden Tu conversación dispersa a los demás alumnos. - Jouw gepraat leidt de andere leerlingen af. |
II dispersarse
werkw.
Uitspraak: | [dispeɾ'saɾse] |
dejar de tener la mente concentrada en lo que se está haciendo -
zich afleiden El niño se dispersa con frecuencia de la labor que debe realizar. - Het kindt leidt zich regelmatig af van het werk dat het moet doen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dispersar (ww.) | uitzwermen (ww.) ; zich verspreiden (ww.) ; wegjagen (ww.) ; wegdrijven (ww.) ; waaieren (ww.) ; verstrooien (ww.) ; verspreiden (ww.) ; verjagen (ww.) ; verdrijven (ww.) ; verdelen (ww.) ; verbreiden (ww.) ; ronddelen (ww.) ; uitwaaieren (ww.) ; uitreiken (ww.) ; uiteenvliegen (ww.) ; uiteenstuiven (ww.) ; uitdelen (ww.) ; uit elkaar vliegen (ww.) ; uit elkaar stuiven (ww.) ; rondreiken (ww.) ; rondgeven (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `dispersar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: derramarES: desparramarES: desperdigarES: diseminarES: disolverES: dispersarseES: distribuirES: echarES: enjambrarES: esparcir