Vertalingen vivacidad ES>NL
la vivacidad
zelfst.naamw.
cualidad de la persona o cosa que es muy animada o entusiasta -
levendigheid Mostraba gran vivacidad en sus gestos y movimientos. - Hij toonde een grote levendigheid in zijn gebaren en bewegingen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la vivacidad (v) | adremheid (znw.) ; de beweeglijkheid (v) ; bijdehandheid (znw.) ; de blijheid (v) ; de blijmoedigheid (v) ; de geslepenheid (v) ; de gevatheid (v) ; kwiekheid (znw.) ; de ongedurigheid (v) ; pretmakerij (znw.) ; de snedigheid (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vivacidad`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acritudES: agilidadES: agudezES: agudezaES: astuciaES: celeridadES: contentoES: euforiaES: gozoES: gusto