Vertaal
Naar andere talen: • vivacidad > DEvivacidad > ENvivacidad > FR
Vertalingen vivacidad ES>NL

la vivacidad

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [biβaɑui'ðað]

cualidad de la persona o cosa que es muy animada o entusiasta - levendigheid
Mostraba gran vivacidad en sus gestos y movimientos. - Hij toonde een grote levendigheid in zijn gebaren en bewegingen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la vivacidad (v) adremheid (znw.) ; de beweeglijkheid (v) ; bijdehandheid (znw.) ; de blijheid (v) ; de blijmoedigheid (v) ; de geslepenheid (v) ; de gevatheid (v) ; kwiekheid (znw.) ; de ongedurigheid (v) ; pretmakerij (znw.) ; de snedigheid (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `vivacidad`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acritud
ES: agilidad
ES: agudez
ES: agudeza
ES: astucia
ES: celeridad
ES: contento
ES: euforia
ES: gozo
ES: gusto