Vertalingen contento ES>NL
I contento, -ta
bijv.naamw.
| Uitspraak: | [kon'tento, -ta] |
que está alegre o de buen ánimo -
blij | Está contento con su nuevo auto. - Hij is blij met zijn nieuwe auto. |
II el contento
zelfst.naamw.
satisfacción o alegría -
blijheid | Su contento se notaba en su sonrisa. - Zijn blijheid was af te zien aan zijn glimlach. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| contento (znw.) | de vrolijkheid (v) ; de voldoening (v) ; de satisfactie (v) ; de opgewektheid (v) ; de blijmoedigheid (v) ; de blijheid (v) ; de bevrediging (v) |
| contento | vergenoegd ; welgestemd ; welgemoed ; vrolijk ; voorspoedig ; voldaan ; verzadigd ; verheugd ; bevredigd ; verblijd ; tevreden ; opgewekt ; opgetogen ; juichend ; jubelend ; goedgeluimd ; goedgehumeurd ; genoeg ; gelukkig gestemd ; gelukkig ; blijmoedig ; blijgestemd ; blij |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `contento`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abonadoES: afortunadamenteES: afortunadoES: alegreES: alegrementeES: alentadorES: animadoES: arrobadoES: buenoES: complacido
