Vertaal
Naar andere talen: • vigilar > DEvigilar > ENvigilar > FR
Vertalingen vigilar ES>NL

vigilar

werkw.
Uitspraak:  [bixi'laɾ]

1) observar cuidadosamente a una persona o cosa para cuidarla - letten op
Vigilaba a sus hijos mientras jugaban por la casa. - Hij lette op zijn kinderen terwijl ze door het huis speelden.

2) observar cuidadosamente a una persona o cosa para seguir su evolución o desarrollo - toezicht houden
El ingeniero vigilaba la construcción del edificio. - De ingenieur hield toezicht op de bouw van het gebouw.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vigilar (ww.) in het oog houden (ww.) ; zien (ww.) ; wakker blijven (ww.) ; waken (ww.) ; waarnemen (ww.) ; toezien op (ww.) ; toezien (ww.) ; patrouilleren (ww.) ; opletten (ww.) ; observeren (ww.) ; kijken (ww.) ; in de gaten houden (ww.) ; hoeden (ww.) ; gadeslaan (ww.) ; bewaren (ww.) ; bewaken (ww.) ; bekijken (ww.) ; behoeden (ww.)
vigilar de kwiteerknop bedienen ; observeren ; de waakzaamheidsknop indrukken
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `vigilar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: amparar
ES: celar
ES: conservar
ES: controlar
ES: cuidar
ES: custodiar
ES: dar un vistazo a
ES: estar de centinela
ES: estar de guardia
ES: guardar