Vertalingen tardar ES>NL
I tardar
werkw.
emplear una cantidad de tiempo determinado en realizar una acción -
lang doen Tardaré unas horas más en terminar de pintar la habitación. - Ik zal er nog een paar uur langer over doen om de kamer af te schilderen. |
a más tardar (=señala el plazo máximo calculado para hacer algo o para que algo suceda) - uiterlijk
A más tardar la semana que viene termino el informe. - Uiterlijk volgende week maak ik het verslag af.
|
II tardar
werkw.
emplear una cantidad de tiempo mayor al necesario o normal en realizar una acción -
lang duren El correo tardará en llegar. - Het zal lang duren voordat de post aankomt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tardar (ww.) | aarzelen (ww.) ; dralen (ww.) ; drentelen (ww.) ; druilen (ww.) ; hannesen (ww.) ; rekken (ww.) ; talmen (ww.) ; teuten (ww.) ; treuzelen (ww.) ; zaniken (ww.) ; zeiken (ww.) ; zeuren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tardar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aplazarES: dejar en suspensoES: demorarES: demorarseES: diferirES: ganar tiempoES: postergarES: vacilar