Vertalingen tambalearse ES>NL
tambalearse
werkw.
Uitspraak: | [tamba'leaɾse] |
1) moverse de un lado a otro por falta de equilibrio o estabilidad una persona o cosa -
wankelen Se mareó subiendo la escalera y se tambaleaba por el pasillo. - Hij werd duizelig toen hij de trap op liep en wankelde door de gang. |
2) perder firmeza y solidez una persona o cosa -
wankelen El mundo del teatro se tambaleó con la obra de Beckett. - De theaterwereld wankelde met het werk van Beckett. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tambalearse (ww.) | deinen (ww.) ; fluctueren (ww.) ; golven (ww.) ; rondslingeren (ww.) ; slingeren (ww.) ; smijten (ww.) ; variëren (ww.) ; waggelen (ww.) ; wankelen (ww.) ; wiegelen (ww.) ; zwieren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tambalearse`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agitarES: agitarseES: anadearES: andar como un patoES: arredrarseES: arrojarES: arrojar al sueloES: balancearES: balancearseES: balbucear