Vertalingen sustituir ES>NL
sustituir
werkw.
1) ocupar una persona o cosa el lugar de otra -
vervangen Sustituyó los alimentos de la mesa por el postre. - Hij verving het eten op tafel door het dessert. |
2) remplazar a una persona o cosa en el lugar por otra -
waarnemen Un profesor extranjero sustituirá al nuestro por una semana. - Een buitenlandse leraar zal de onze een week lang waarnemen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sustituir (ww.) | aflossen (ww.) ; remplaceren (ww.) ; substitueren (ww.) ; vernieuwen (ww.) ; vervangen (ww.) ; verwisselen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `sustituir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: cambiarES: cambiar porES: reemplazarES: renovarES: reponerES: suplirES: volver a poner