Vertaal
Naar andere talen: • sanar > DEsanar > ENsanar > FR
Vertalingen sanar ES>NL

I sanar

werkw.
Uitspraak:  [sa'naɾ]

restituir a una persona o animal enfermos su salud - genezen
Lo llevaron a un hospital para sanarlo. - Ze hebben hem naar het ziekenhuis gebracht om hem te genezen.


II sanar

werkw.

recuperar una persona enferma su salud - genezen
Le llevó un mes sanar por completo de su enfermedad. - Hij deed er een maand over om zich volledig van zijn ziekte te herstellen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sanar (ww.) beter maken (ww.) ; cureren (ww.) ; genezen (ww.) ; gezond maken (ww.) ; helen (ww.) ; opfrissen (ww.) ; opknappen (ww.) ; renoveren (ww.) ; restaureren (ww.) ; verfrissen (ww.) ; verkoelen (ww.) ; verkwikken (ww.) ; verlevendigen (ww.)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `sanar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: actualizar
ES: adecentar
ES: aliviar
ES: aliviarse
ES: alzar
ES: amenizar
ES: arreglar
ES: arreglarse un poco
ES: cambiar
ES: cerrar