Vertalingen decencia ES>NL
la decencia (v) | de betamelijkheid (v) ; de braafheid (v) ; de degelijkheid (v) ; de deugdzaamheid (v) ; de eerbaarheid (v) ; het fatsoen ; de fatsoensnormen ; de kiesheid (v) ; de onberispelijkheid (v) ; de openheid (v) ; de ordelijkheid (v) ; voegzaamheid (znw.) ; de welvoeglijkheid (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `decencia`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aberturaES: alborozoES: aperturaES: astuciaES: buenas costumbresES: buenos modalesES: candidezES: castidadES: cautelaES: circunspección