Vertaal
Naar andere talen: • privar > DEprivar > ENprivar > FR
Vertalingen privar ES>NL

I privar

werkw.
Uitspraak:  [pɾiaɾ]

despojar a alguien de sus derechos o posesiones - ontnemen
Me han privado de la libertad injustamente. - Ze hebben me onterecht mijn vrijheid ontnomen.


II privarse

werkw.
Uitspraak:  [pɾiaɾse]

renunciar de manera voluntaria a algo placentero - zich ontzeggen
Desde hoy me privaré de la comida grasosa. - Met ingang van vandaag zal ik me ontzeggen van vet eten.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
privar (ww.) beroven (ww.) ; beroven van (ww.) ; depriveren (ww.) ; ontnemen (ww.) ; ontzetten (ww.) ; roven (ww.) ; te kort doen (ww.) ; uit de macht ontzetten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `privar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: asaltar
ES: confiscar
ES: denegar
ES: desaparejar
ES: desarmar
ES: desechar
ES: desguarnecer
ES: desplumar
ES: despojar
ES: desposeer