Vertalingen privar ES>NL
I privar
werkw.
despojar a alguien de sus derechos o posesiones -
ontnemen Me han privado de la libertad injustamente. - Ze hebben me onterecht mijn vrijheid ontnomen. |
II privarse
werkw.
renunciar de manera voluntaria a algo placentero -
zich ontzeggen Desde hoy me privaré de la comida grasosa. - Met ingang van vandaag zal ik me ontzeggen van vet eten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
privar (ww.) | beroven (ww.) ; beroven van (ww.) ; depriveren (ww.) ; ontnemen (ww.) ; ontzetten (ww.) ; roven (ww.) ; te kort doen (ww.) ; uit de macht ontzetten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `privar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: asaltarES: confiscarES: denegarES: desaparejarES: desarmarES: desecharES: desguarnecerES: desplumarES: despojarES: desposeer