Vertalingen parte ES>NL
I la parte
zelfst.naamw.
1) fracción que resulta de dividir un todo -
stuk parte de una naranja - stukje sinaasappel |
de parte a parte (=de lado a lado) - van de ene naar de andere kant
Cruzó la ciudad de parte a parte. - Hij heeft de stad van de ene naar de andere kant doorkruist.
|
2) fracción que junto a otros elementos conforman un todo -
deel Un camión consta de dos partes, cabina y acoplado. - Een vrachtwagen bestaat uit twee delen, de cabine en de aanhanger. |
formar parte (=entrar en la composición de lo que se expresa) - deel uitmaken
formar parte de la comisión ejecutiva - deel uitmaken van de uitvoerende commissie
|
3) cantidad que recibe o da cada uno en una distribución -
gedeelte Todos recibieron su parte de la herencia. - Ze hebben allemaal hun deel van de erfenis ontvangen. |
4) lugar cualquiera -
plek Estaban en alguna parte de la casa. - Ze waren ergens in het huis. |
5) individuo o grupo que se opone a otro -
partij las partes implicadas en el tema - de partijen betrokken bij het thema |
6) persona o entidad que participa o tiene interés en un negocio economie -
partij la parte compradora - de kopende partij |
7) posición que define alguien en un conflicto -
kant estar de la parte de alguien - aan de kant van iemand staan |
de parte de (=a favor de alguien) - aan de kant van
Todos estamos de tu parte. - We staan allemaal aan jouw kant.
|
8) aspecto que se puede considerar en una cosa o asunto -
kant Por una parte tienes razón, pero por otra no. - Aan de ene kant heb je gelijk, maar aan de andere kant niet. |
9) división que se establece en algo -
deel La obra contiene dos partes. - Het toneelstuk bevat twee delen. |
10) papel de un actor en una obra dramática theater -
rol Sabe perfectamente su parte. - Hij kent zijn rol uitstekend. |
II el parte
zelfst.naamw.
notificación o comunicación oficial breve -
bericht parte médico - medisch bericht |
dar parte (=avisar o dar cuenta de algo) - melden
dar parte a la policía - de politie inlichten
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
la parte (v) | de lichaamsdeel ; de dosis (v) ; de fractie (v) ; het gedeelte ; het geluidsniveau ; groot en dik stuk (znw.) ; de homp ; kleine brok (znw.) ; de ledemaat ; de detachement ; de lidmaat ; het onderdeeltje ; de portie (v) ; de sectie (v) ; het segment ; stuk (znw.) ; de tak (m) ; het volume ; de departement ; de deeltje ; de deel ; het brokje ; het boekdeel ; de band (m) ; de afdeling (v) ; het aandeel |
parte | deel ; achterwerk ; deel van een werk ; deels ; elders ; ergens anders ; gedeeltelijk ; het eigenlijke bericht ; onderdeel (van een bericht) ; partij |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `parte`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: actoES: apartadoES: aportaciónES: aporteES: artículoES: autopsiaES: avisoES: bandaES: barandaES: barra