Vertalingen muerto ES>NL
I muerto, -ta
bijv.naamw.
| Uitspraak: | [mu'eɾto, -ta] |
1) que no tiene vida -
dood 2) que tiene muy poca actividad -
levenloos | ciudad muerta - levenloze stad |
3) que es apagado y sin vivacidad -
doods | colores muertos - doodse kleuren |
II el/la muerto, -ta
zelfst.naamw.
1) cuerpo que no tiene vida -
dode | Hallaron a un muerto en el campo. - Ze hebben een dode in het veld gevonden. |
2) culpa o responsabilidad que no se quiere asumir -
lijk | Todos guardamos un muerto en el ropero. - We zitten allemaal met een lijk in de kast. |
3) trabajo del que no se es responsable pero que se debe hacer de todos modos -
vuile werk | Al final tuve que cargar con el muerto y hacer todo yo. - Uiteindelijk zat ik met de gebakken peren en moest ik alles doen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| muerto (znw.) | de overledene ; het lijk ; het kadaver ; de gestorvene ; de dode |
| muerto | levenloos ; zaliger ; overleden ; onbezield ; niet bezield ; heengegaan ; gestorven ; geesteloos ; doodgegaan ; dood ; afgestorven ; dood ; verstikt ; spanningsloos |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `muerto`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: caídoES: cuerpoES: difuntoES: extinguidoES: fallecidoES: finadoES: inanimadoES: marchitoES: muertaES: occiso