Vertaal
Naar andere talen: • limitar > DElimitar > ENlimitar > FR
Vertalingen limitar ES>NL

I limitar

werkw.
Uitspraak:  [limi'taɾ]

1) establecer las fronteras de un espacio - begrenzen
limitar una plantación - een beplanting begrenzen

2) fijar la mayor extensión que puede tener una autoridad o ley - afbakenen
limitar una jurisdicción - een rechtsgebied afbakenen

3) disminuir la longitud o cantidad de algo - beperken
Limitaron el consumo de agua por las sequías. - Ze hebben het waterverbruik beperkt vanwege de droogte.


II limitar

werkw.

estar contiguos dos territorios o países - grenzen
España limita con Portugal al oeste. - Spanje grenst in het westen aan Portugal.


III limitarse

werkw.
Uitspraak:  [limi'taɾse]

ajustarse alguien en sus acciones a alguna norma - zich beperken
Debo limitarme a cumplir sólo con mis obligaciones. - Ik moet me beperken om alleen mijn verplichtingen na te komen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
limitar (ww.) afgrenzen (ww.) ; begrenzen (ww.) ; beknotten (ww.) ; beperken (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; grenzen (ww.) ; grenzen aan (ww.) ; indammen (ww.) ; inkapselen (ww.) ; inperken (ww.) ; insluiten (ww.) ; limiteren (ww.) ; toevoegen (ww.) ; van grenzen voorzien (ww.)
limitar grenswaarde
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `limitar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abarcar
ES: abrazar
ES: acotar
ES: adjuntar
ES: agregar
ES: aislar
ES: apear
ES: cercar
ES: cercenar
ES: cerrar