Vertaal
Naar andere talen: • juez > DEjuez > ENjuez > FR
Vertalingen juez ES>NL

el/la juez, -za

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['xweɑu, -ɑua]

1) persona que tiene autoridad para administrar justicia - rechter
un juez muy estricto - een zeer strikte rechter

2) persona encargada del respeto de las reglas en una competición - scheidsrechter
un juez deportivo - een scheidsrechter

3) persona nombrada para resolver una discusión - bemiddelaar
Fui juez en un conflicto en el colegio. - Ik was bemiddelaar in een conflict op school.
uitdrukking ser juez y parte

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el juez (m) de rechter (m)
juez consulaire rechter ; rechter in handelszaken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `juez`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: árbitro
ES: examinador
ES: examinante
ES: funcionario de justicia
ES: inspector
ES: investigador
ES: juez de distrito
ES: juez de menores
ES: justiciero
ES: magistrado