Vertalingen árbitro ES>NL
árbitro, -tra
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈaɾβitɾo, -tɾa] |
1) persona que aplica el reglamento en un deporte sport -
scheidsrechter | El árbitro hizo sonar el silbato cuando los jugadores se golpearon. - De scheidsrechter floot toen de spelers elkaar begonnen te slaan. |
2) persona que es juez o mediadora entre partes -
bemiddelaar | El padre es árbitro de la disputa entre los hijos. - De vader is de bemiddelaar van de ruzie tussen de kinderen. |
3) persona con mucha influencia en cierta área -
autoriteit | árbitro de la elegancia - autoriteit op het gebied van elegantie |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el árbitro (m) | de kamprechter (m) ; de referentie (v) ; scheids (znw.) ; de scheidsman (m) ; de scheidsrechter (m) ; scheidsvrouw (znw.) ; de verwijzing (v) ; de wedstrijdleider (m) |
| árbitro | arbiter ; scheidsrechter |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `árbitro`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: alES: centrocampistaES: conciliadorES: defensa centralES: defensa derechoES: defensa izquierdoES: defensa lateralES: deportistaES: entrenadorES: extremo
