Vertalingen irritar ES>NL
I irritar
werkw.
1) provocar gran enojo a alguien -
ergeren | Me irritan tus reproches. - Ik erger me aan je verwijten. |
2) avivar fuertemente un sentimiento -
doen ontvlammen | irritar la pasión - de hartstocht doen ontvlammen |
3) causar inflamación y dolor en una parte del cuerpo -
irriteren | La espuma de afeitar me irrita la piel. - Het scheerschuim irriteert mijn huid. |
II irritarse
werkw.
sentir un enojo grande -
zich ergeren | Cuando supe que no venían, me irrité. - Toen ik te horen kreeg dat ze niet zouden komen, werd ik geïrriteerd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| irritar (ww.) | ergeren (ww.) ; irriteren (ww.) ; jennen (ww.) ; op de zenuwen werken (ww.) ; pesten (ww.) ; plagen (ww.) ; sarren (ww.) ; stangen (ww.) ; tarten (ww.) ; tergen (ww.) ; treiteren (ww.) ; uitdagen (ww.) ; zieken (ww.) |
| irritar | irriteren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `irritar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: enojarES: fastidiarES: hacer rabiarES: provocar