Vertalingen instructor ES>NL
el/la instructor, -ra
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [instɾuk'toɾ, -ɾa] |
persona que tiene por oficio enseñar una técnica o actividad -
instructeur, instructrice un instructor de tenis - een tennisleraar |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el instructor (m) | de docent (m) ; de instructeur (m) ; de leermeester (m) ; de leraar (m) ; de oefenmeester (m) ; de opleider (m) |
instructor | rapporteur |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `instructor`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: catedráticoES: docenteES: educadorES: maestroES: mentorES: monitorES: pedagogoES: preparadorES: profesorES: profesora