Vertalingen inducir ES>NL
inducir
werkw.
1) hacer una cosa que ocurra otra como respuesta a ella -
leiden tot La intervención policial en la huelga indujo a la violencia de los manifestantes. - De tussenkomst van de politie in de staking leidde tot gewelddadigheid van de demonstranten. |
2) mover a una persona a hacer algo o a pensar de determinada manera -
aanzetten Me indujeron a robar. - Ze hebben me aangezet tot stelen. |
3) llegar a conclusiones generales a partir de hechos particulares -
afleiden inducir la solución de un problema - de oplossing van een probleem afleiden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inducir (ww.) | forceren (ww.) ; induceren (ww.) ; opwekken (ww.) ; overhalen (ww.) ; veroorzaken (ww.) |
inducir | bewegen tot |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `inducir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abstraerES: convencerES: convertirES: generalizarES: inclinarES: inspirarES: moverES: persuadir