1. MWB
  2. Vertalen
  3. gordo (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • gordo > DE • gordo > EN • gordo > FR
Vertalingen gordo ES>NL

gordo, -da

bijv.naamw.
Uitspraak:  ['goɾðo, -ða]

1) que tiene mucha carne o grasa - dik
La señora gorda subía con dificultad la escalera. - De dikke mevrouw ging met moeite de trap omhoog.

2) que es muy voluminosa - dik
Dame el libro gordo de tapas azules. - Geef me het dikke boek met de blauwe kaft.

3) que es muy grave o importante - ernstig
Está metido en líos muy gordos. - Hij is verwikkeld in zeer ernstige problemen.
uitdrukking armarse la gorda

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gordo (znw.)de vetzak (m) ; de papzak (m) ; het onderkruipsel ; de jackpot (m) ; de drol (m) ; de dreumes (m) ; de dikzak (m) ; de dikkerd (m) ; de dikbuik (m)
gordo vet ; zwaarlijvig ; zwaar van lijf ; vettig ; vetlijvig ; toe ; propje ; kort en dik persoon ; gezet ; gesloten ; dikachtig ; dik ; dicht ; corpulent ; afgesloten ; vet ; zacht en vol ; volslank
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `gordo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abultado
ES: aceitoso
ES: adiposo
ES: ancho
ES: barrigona
ES: cagueta
ES: cercano
ES: cerrado
ES: cerrado con llave
ES: corpulento