Vertalingen frangollar ES>NL
frangollar (ww.) | aanklooien (ww.) ; aanrommelen (ww.) ; aanrotzooien (ww.) ; afbakenen (ww.) ; afpalen (ww.) ; afzetten (ww.) ; bedotten (ww.) ; begrenzen (ww.) ; klooien (ww.) ; knoeien (ww.) ; neppen (ww.) ; omlijnen (ww.) ; rotzooien (ww.) ; scharrelen (ww.) ; tillen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `frangollar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrirES: acorralarES: acotarES: agrandarseES: alzarES: amanecerES: amputarES: apagarES: apearES: apoyarse en