Vertaal
Naar andere talen: • endurecer > DEendurecer > ENendurecer > FR
Vertalingen endurecer ES>NL

I endurecer

werkw.
Uitspraak:  [enduɾe'ɑueɾ]

1) poner duro o más duro - hard worden
El aire endureció la masa del pan. - Het deeg van het brood werd hard door de lucht.

2) hacer a alguien más resistente física o moralmente - sterker worden
Endureció su carácter en la escuela militar. - In de militaire school heeft hij een sterkere persoonlijkheid gekregen.

3) hacer más severo o insensible - verharden
Endureció su rostro de enojo. - Zijn gezicht verhardde van boosheid.


II endurecerse

werkw.
Uitspraak:  [enduɾe'ɑueɾse]

1) ponerse sólida y firme una cosa - hard laten worden
endurecerse el cemento - het cement hard laten worden

2) volverse una persona áspera e insensible - ongevoelig worden
Uno se endurece con los golpes de la vida. - Door de tegenslagen van het leven word je ongevoelig.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
endurecer (ww.) bestand maken tegen (ww.) ; hard worden (ww.) ; harden (ww.) ; stalen (ww.) ; uitharden (ww.) ; verharden (ww.) ; verstijven (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `endurecer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: endurecerse
ES: endurecimiento
ES: fortalecer
ES: radicalizar
ES: secarse