Vertaal
Naar andere talen: • escribir > DEescribir > ENescribir > FR
Vertalingen escribir ES>NL

I escribir

werkw.
Uitspraak:  [eskɾiiɾ]

representar ideas o conceptos a través de signos convencionales - schrijven
escribir una frase - een zin opschrijven


II escribir

werkw.

soltar un instrumento la tinta o materia necesaria para realizar trazos - schrijven
El lápiz no escribe. - Het potlood schrijft niet.


III escribir

werkw.

1) componer un texto o una obra musical - schrijven
escribir una pieza teatral - een toneelstuk schrijven

2) comunicar a alguien algo por escrito - schrijven
escribir una carta a un amigo - een brief schrijven aan een vriend


IV escribirse

werkw.
Uitspraak:  [eskɾiiɾse]

mantener correspondencia escrita con alguien - elkaar schrijven
Cuando se fue acordamos escribirnos. - Toen hij vertrok, spraken we af dat we elkaar zouden schrijven.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
escribir (ww.) boeken (ww.) ; corresponderen (ww.) ; een briefwisseling hebben (ww.) ; kalken (ww.) ; noteren (ww.) ; opschrijven (ww.) ; optekenen (ww.) ; pennen (ww.) ; registreren (ww.) ; schrijven (ww.) ; uitschrijven (ww.) ; vastleggen (ww.)
escribir schrijven ; vastleggen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `escribir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: anillar
ES: anotar
ES: apuntar
ES: componer
ES: corresponderse
ES: escribir mucho
ES: escribir poesía
ES: formalizar
ES: formular
ES: indexar