Vertalingen ensuciarse ES>NL
ensuciarse (ww.) | afbakenen (ww.) ; afpalen (ww.) ; afzetten (ww.) ; begrenzen (ww.) ; keutelen (ww.) ; kladden (ww.) ; knoeien (ww.) ; morsen (ww.) ; omlijnen (ww.) ; smerig worden (ww.) ; vies worden (ww.) ; vlekken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ensuciarse`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrirES: acorralarES: acotarES: agrandarseES: alzarES: amanecerES: amputarES: apagarES: apearES: apoyarse en