Vertaal
Naar andere talen: • economizar > DEeconomizar > ENeconomizar > FR
Vertalingen economizar ES>NL

economizar

werkw.
Uitspraak:  [ekonomi'ɑuaɾ]

1) guardar una parte del dinero destinado a gastos - zuinig zijn
Hay que economizar el sueldo. - Men moet zuinig zijn met het salaris.

2) evitar un gasto innecesario de tiempo, esfuerzo, etc. - besparen
economizar el trabajo - het werk besparen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
economizar (ww.) beknibbelen (ww.) ; besparen (ww.) ; bezuinigen (ww.) ; geld besparen (ww.) ; knibbelen (ww.) ; knijpen (ww.) ; korten (ww.) ; matigen (ww.) ; minder gebruiken (ww.) ; op bankrekening zetten (ww.) ; schrapen (ww.) ; sparen (ww.) ; zuinig zijn (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `economizar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acopiar
ES: acumular
ES: ahorrar
ES: cercenar
ES: cicatear
ES: coleccionar
ES: combinar
ES: compaginar
ES: compilar
ES: endurar