Vertaal
Naar andere talen: • desvestir > DEdesvestir > ENdesvestir > FR
Vertalingen desvestir ES>NL

I desvestir

werkw.
Uitspraak:  [dees'tiɾ]

sacar la ropa de manera total o parcial - uitkleden
desvestir el torso - het bovenlichaam ontbloten


II desvestirse

werkw.
Uitspraak:  [dees'tiɾse]

sacarse la ropa de manera total o parcial - zich uitkleden
Se desvistió para bañarse. - Hij kleedde zich uit om zich te baden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
desvestir (ww.) ontkleden (ww.) ; strippen (ww.) ; uitdoen (ww.) ; uitkleden (ww.) ; uittrekken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `desvestir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abandonar
ES: desabrigar
ES: desamparar
ES: desarropar
ES: descobijar
ES: desnudarse
ES: destapar
ES: hacer strip-tease
ES: quitar la ropa