Vertalingen decorar ES>NL
decorar (ww.) | overtrekken (ww.) ; zich uitmonsteren (ww.) ; zich uitdossen (ww.) ; versieringen aanbrengen (ww.) ; versieren (ww.) ; stofferen (ww.) ; sieren (ww.) ; schotels garneren (ww.) ; ridderen (ww.) ; aankleden (ww.) ; optooien (ww.) ; opsmukken (ww.) ; opmaken (ww.) ; garneren (ww.) ; decoreren (ww.) ; bekleden (ww.) ; afwerken (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `decorar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acicalarES: aderezarES: adornarES: ambientarES: amueblarES: aparejarES: ataviarES: calzar la espuelaES: cubrirES: destacarse